onze Compostmeester

Patricia Waijers (tuin 1) heeft een drieluik-interview geschreven over ‘onze’ compostmeester. Dit eerste deel gaat over wie Dennis is en waar zijn passie voor compost vandaan komt

 

Wil je je even voorstellen?

Ik ben Dennis van Gemst, van tuin 110. Ik zit hier nu een jaar of 8. Ik heb de tuin samen met Bart. We hebben hem samen uitgezet en opgebouwd, maar op dit moment doe ik het onderhoud voornamelijk en komt hij af en toe helpen.

En we willen toch even weten: wat doe je in het dagelijks leven?

Ik ben freelance dierenarts, gezelschapsdieren. Het freelance werken geeft me de gelegenheid om mijn vrije tijd wat meer te plannen en tijd over te houden voor de tuin.

Wat bracht je naar Ons Genot ? En hoe ben je met tuinieren in aanraking gekomen ?

Vroeger, bij mijn ouders, had ik ook altijd wel een vierkante meter in de tuin, waar ik dan een komkommer of wat aardbeienplanten had staan. Toen ik studeerde in Utrecht, had ik in de dakgoot stiekem ook altijd wel een paar bakken met aardbeienplanten staan. Daarna ben ik met mijn vriendin gaan samenwonen in Zuilen. Daar hebben we een dakterras, en ben ik al wat meer gaan experimenteren in bakken met groenten en fruit. Maar dat heeft toch z’n beperkingen. Via via hoorde ik van Ons Genot, ik heb me ingeschreven en binnen een jaar had ik een tuin.

Wat heb jij met composteren ?

Ja, dat is wel een mooi verhaal. Ik heb op mijn tuin een grote kas, met daarin onder andere een avocadoboompje. Het is wel een speciaal boompje dat tot min 8 graden kan, maar met de strengere winters een aantal jaren geleden moest ik wat bedenken. Dus ik dacht, als ik nou een composthoop maak die warm genoeg wordt en ik die naar mijn kas breng, dan heb ik een verwarming in de kas! Ik ben zo een beetje gaan experimenteren, om de hoop warm genoeg te krijgen. Ik heb ook paardenmest geregeld, die wordt in vuilniszakken afgeleverd op de parkeerplaats. Dat is ook heel goed om op je composthoop te doen. Uiteindelijk lukte dat goed, om het warm genoeg te houden, voor mijn boompje. Zo ben ik ermee begonnen.

En toen ben je hier de compostering gaan aanpakken, hoe is dat zo gegaan?

Ja, het was natuurlijk een rotzooi, hier, die composthoop. En dan moest ik een tuindienst doen en dan stond ik bovenop de composthoop de ‘compost’ van het ene hoopje naar het andere te scheppen. En dan dacht ik: ‘wat ben ik nou aan het doen?’. Want A, het lukt haast niet, er zaten allemaal lange slierten en stukken. En B: wat voor compost heb je dan uiteindelijk? Ik heb het wel gebruikt op mijn tuin, maar dan kwam er wel serieus veel onkruid in. Je kon het wel gebruiken, maar het was toch niet echt een mooie aanpak.

Ik heb dit aangekaart bij het bestuur en toen zijn we gaan kijken hoe we er structuur in konden brengen. Zo moest er een aanvoergedeelte komen, een composteergedeelte en een gedeelte waar de kant- en klare compost ligt. Onder andere Henk Brienesse en Albert hebben daar flink aan getimmerd en mooie vakken gemaakt. En toen konden we beginnen.

En in het voorjaar hadden we de eerste lading mooie compost, die hebben we naar de speeltuin gebracht.

En wat is op dit moment nog jouw rol, ben je hier iedere zaterdag?

Ik ben er zoveel mogelijk op zaterdag, tenzij ik moet werken. Meestal sta ik gewoon te helpen met scheppen en sproeien. Intussen weten de meeste mensen ook wel hoe het werkt, ze hebben het al vaker gedaan. Ze leren het ook en straks ben ik niet meer nodig. Misschien nog voor het overzicht, wanneer welke bak aan de beurt is. Maar de rest, het omscheppen, een beetje vocht erbij en worteldoek eroverheen, dat hebben ze allemaal prima onder de knie.

Hoe voelt dat nou? Dat heb je maar mooi voor elkaar gebracht!

Ja, dat is leuk. Er zijn mensen die dan bij me komen als we zo bezig zijn bij de composthoop, die zeggen: ‘nou, ik heb voor het eerst goede compost gehad!’.

Sinds kort hebben we ook een compostmachine, daar zit jij ook achter toch?

Ja, want we hadden natuurlijk de gewone hakselaar, maar daar kan niet alles in. En op de composthoop wil je niet allemaal lange stengels en slierten hebben, want dat werkt dus niet. En in die compostmachine, daar kan eigenlijk alles in tot 1,5cm dikte. Denk aan maisstengels (die zijn wat dikker, maar zacht), lange grassen, alles wat langs de slootkant staat, dunne wilgentwijgjes enz. Aan de achterkant komt het er dan als snippertjes uit. Het voordeel is dat het zo veel sneller composteert, en dat je ook niet allemaal stukjes en takjes in je uiteindelijke compost hebt. Zo krijg je fantastische compost.

Bovendien, en dat is ook heel belangrijk, houden we zo veel meer materiaal op het complex, dat dus niet meer afgevoerd hoeft te worden. Om deze reden heeft het AVVN de composteermachine voor 2/3 heeft gefinancierd. Wat heel bijzonder is, want ze financieren normaalgesproken geen machines. Wij zijn een pilot wat dit betreft. Dat heeft Hedwig voor elkaar gekregen, die heeft de subsidieaanvraag ingediend.

Zo zie je dat als je iets wilt aanpakken op het complex, dat dat ook kan!

Iedereen kon zien dat de composthoop een ondergeschoven kindje was. Het was zo van: we rijden met een plank de rotzooi zo hoog mogelijk op de hoop en dan wachten we wel tot het composteert of niet… Iedereen zag dat het wel beter kon. Maar niemand is er denk ik zo actief mee bezig op het complex als ik.

Maar iedereen stond er ook open voor, het bestuur is meteen mee gaan kijken.

We zijn een vereniging en mogen er met zijn allen iets moois van maken!


Maar hoe doe je dat nou, een goede composthoop opzetten? In het volgende volgende interview alle tips en tricks van Dennis!

En in de derde aflevering volgt ook nog een bezoek aan zijn tuin, waar zijn liefde voor experimenteren ook heel zichtbaar is. Je vindt er vooral niet wat ‘iedereen heeft’.